Het gewricht van de articulator analoog aan het naturlijke kaakgewricht

Het kaakgewricht is zowel een draaiend als een glijdend gewricht en beweegt op twee manieren: de rotatie- of scharnieras en de translatie- of glijbeweging. De meest voorkomende vorm van beweging is een combinatie van beide soorten bewegingen. Een rotatie en tegelijkertijd een translatie – een draaiend glijden. Tijdens het samenwerken van beide kaakgewrichten zijn er ook rotatiebewegingen om andere assen dan de scharnieras mogelijk. Er kunnen drie bewegingsassen worden vastgesteld.

• Een horizontaal-transversale gewrichtsas als eenvoudige scharnieras.
• Een verticale gewrichtsas voor de condylus van de kant waarnaar de zijwaartse beweging plaatsvindt. De condylus van de tegenoverliggende kant maakt een glijdende beweging naar voren onder.
• Een horizontaal-sagittale gewrichtsas voor de condylus van de kant waarnaar een zijwaartse beweging plaatsvindt, met een gelijktijdige zijwaartse beweging van de gewrichtskop van de tegenoverliggende kant naar onder en naar voren.

De vorm van de natuurlijke gewrichtskop wordt door de dubbele conus in de articulatoren van Candulor gekopieerd en gesimuleerd. Daardoor worden niet-fysiologische, rechtlijnige bewegingspatronen bij laterale en transversale bewegingen voorkomen.

Natuurlijke bewegingen simuleren

De reeks articulatoren beschikt over twee geleidingsranden voor de geleiding van de dubbele conus. Een verticaal-sagittale bij de retrusiegrendel en een horizontaal-sagittale bij de gewrichtsschijf. De verticaal-sagittale rand bij de retrusiegrendel raakt de binnenconus, terwijl de horizontaal-sagittale langs de kruin van de dubbele conus leidt. Daardoor wordt de dubbele conus bij laterale bewegingen niet alleen over de ene horizontale geleidingsrand van de gewrichtsschijf geleid, maar ook over de verticale geleidingsrand bij de retrusiegrendel, in een fysiologische, driedimensionale beweging. 

De beweging van Bennett 

De op de niet belaste zijde vrij bewegende condylus is de mediotrusiecondylus: bij een zijwaartse beweging (mediotrusie) glijdt de vrij bewegende condylus naar voren onder. De condylus die zich aan de werkzijde bevindt is de laterotrusiecondylus: aan deze kant wordt gekauwd en de elementen komen in occlusie. Deze condylus kan zich om de verticale as draaien en ook naar lateraal uitwijken. Met beide articulatoren wordt een nagenoeg natuuridentieke 3D-simulatie van de laterale beweging en de beweging van Bennett mogelijk gemaakt. Functionele hypercontacten worden vermeden.

• Hoogte: 150 mm
• Breedte: 145 mm
• Gewicht: 690 g
• Diepte: 160 mm
• Inwendige opbouwhoogte: 100 mm (met split-cast)
• Driehoek van Bonwill: 110 mm
• Hoek van Balkwill: 25°
• Retrusiebaan: 1.5 mm 
• Aanslag voor Immediate Side Shift: 0 – 2.5 mm vast
• Helling van de gewrichtsbaan instelbaar van 0° – 60°
• Incisaaltafel: 15°

• 1 Incisaaltafel 15°
• 1 Incisaalpen
• 2 Retentieschijven
• 2 Modelplaten
• 1 Steunstift voor bovenste deel (openingsaanslag)
• 2 Gipsmanchetten